In de verte hoor ik het geluid van de wekker van mijn vriend. In het donker draai ik me op mijn andere zij, nog héél even.. Het is het begin van de volgende dag in een reeks waarin ik me echt ontzettend beroerd voel.
Al voor de eerst echo was ik ‘s morgens misselijk. Geen man over boord, hoort er bij. Al gauw werd het erger, heftiger. Het overgeven zelf breidt zich ook in hoog tempo uit. Alleen rond het ontbijt was nog wel te doen, maar al snel moet ik op mijn werk wegsneaken om op de wc’s zo zachtjes mogelijk over te geven. Wát kan een mens zich ellendig voelen. Ik weet ook echt niet waarom iemand het de naam ochtendmisselijkheid gegeven heeft (vast een man), maar dit duurt de he-le dag.
Het is zaterdag, al dagen heb ik niks binnen gehouden. Zelfs met medicijnen die ik via de huisarts heb gekregen komen die drie slokken water en een halve rijstwafel weer terug. Ons meisje ligt er net in en mijn vriend komt op het randje van mijn bed zitten. Hij kijkt me bezorgd aan. “Ik trek dit niet nog een aantal weken, wat moeten we doen?” vraag ik.
We besluiten de verloskundige te bellen, waar we officieel niet meer ‘horen’. Doordat we een tweeling krijgen zijn we overgedragen aan het ziekenhuis, maar daar zijn we nog niet geweest. We maken ons inmiddels wel echt zorgen over mij en weten niet meer goed wat we moeten doen. Gelukkig zegt ze gelijk: “Wat goed dat je belt”.
De volgende ochtend moeten we ons om half 10 melden in het ziekenhuis. Ik strompel binnen, met mijn emmer onder mijn arm. In de reflectie van het raam zie ik mezelf, lijkbleek, ingevallen wangen en kringen onder mijn ogen. Het bed is niet heel comfortabel en ik lig te rillen onder de dunne deken, maar ik ben allang blij dat ik lig. Binnen vijf minuten lig ik aan een infuus met vocht, is bloed afgenomen en staat de verpleger met een bezorgde blik naar me te kijken.
Ruim 1,5 liter vocht later wijzen de resultaten van alle onderzoeken uit dat ik uitdrogingsverschijnselen heb. Met twee kinders in mijn buik zijn er kennelijk ook twee keer zo veel hormonen en daar kan je dus behoorlijk ziek van worden. Ik mag het van de gynaecoloog thuis nog proberen met nieuwe medicijnen, maar alleen omdat ik twee dagen later een consult heb. Mocht het tussen nu en dan niet verbeteren, dan nemen ze me dinsdag op.
We rijden weg van het parkeerterrein en ik pak mijn tas. Uit het doosje haal ik de eerste van mijn nieuwe pillen. Door mijn hoofd schiet “als dit nou maar werkt!”. Terwijl de tablet smelt op mijn tong voel ik in mijn jaszak de echofoto’s die net zijn gemaakt. Ik pak ze uit mijn zak om nog even te kijken, en ondanks alles verschijnt een glimlach op mijn lippen. Gelukkig gaat daarbinnen alles goed.